f

Sandra Mostert

Beukenstraat 3
6031 XE Nederweert
Limburg

M: 06 – 5111 0120

Tepelhoedje beter  e

Als kraamverzorgende en lactatiekundige, kom ik (HELAAS) heel wat tepelhoedjes tegen in mijn werk. Soms zo vaak, dat ik me oprecht afvraag of die krengen in de aanbieding waren. Ik vind tepelhoedjes praktische ondingen. Je moet ze alleen daar inzetten, waar ze echt nodig zijn.

Als je iets meer kennis hebt van borstvoeding, dan zult u het met mij eens zijn, dat tepelhoedjes niet altijd de oplossing zijn, of soms zelfs het probleem erger maken.

Allereerst wil ik u kort en simpel de werking van borstvoeding uitleggen. De baby hapt, en neemt daarbij de tepel en stukje tepelhof in de mond. Doordat de baby met zijn lipjes de tepelhof masseert, wordt de productie gestimuleerd en ontstaat er een goede toeschietreflex. Plak je er een tepelhoedje op, dan blokkeer je dat met een stuk plastic.

Bij sommige moeders is een tepelhoedje geen probleem. Meestal levert een tepelhoedje in de kraamtijd nog geen problemen op, maar vlak nadat de kraamverzorgster het kraambed heeft afgesloten wel. Doordat in de eerste week na de geboorte de melkproductie vooral hormoongestuurd is, geeft het niet direct zichtbaar problemen. In de 2e week begint dat meestal. Dan schiet de melk niet goed toe, drinkt de baby minimaal (je ziet wel melk in tepelhoedje als de baby na een tijdje los laat) en heeft de baby onvoldoende gedronken. De borst wordt niet goed leeggedronken. De baby moet meer moeite doen om de melk uit de borst te krijgen. Sommige baby´s hebben deze kracht en techniek nog onvoldoende. En als het tepelhoedje te klein is, dan krijgt de baby te weinig melk doordat de melkkanalen door het te kleine tepelhoedje worden dichtgedrukt. De baby groeit onvoldoende, de melkproductie loopt terug, en harde schijven geven angst voor een borstontsteking. Moeder voelt zich onzeker.

Tepelhoedjes worden soms ook ingezet uit voorzorg. Dit begrijp ik niet. Er zijn baby´s die vanaf de geboorte direct met een tepelhoedje aan de borst worden gelegd. De baby krijgt niet de kans om op een juiste manier aan de borst te drinken, zonder dat daar een reden voor is. Geef moeder en kind de kans, om op een normale manier borstvoeding te geven, lukt dit niet, dan kun je alsnog hulpmiddelen inzetten. Dit hoef niet altijd een tepelhoedje te zijn.

Heeft een moeder onverklaarbare pijn, dan wordt er een tepelhoedje ingezet, maar niet naar de oorzaak van de pijn gekeken. Mogelijk heeft mevrouw een schimmel of bacterie op de tepel die de pijn veroorzaakt, of kan het aanleggen niet goed gaan, waardoor de baby niet effectief kan drinken. Bij een schimmel of bacterie blijf je deze juist behouden met het gebruik van een tepelhoedje. Ik raad aan om uit voorzorg de hulpmiddelen dagelijks uit te koken of in de sterilisator te doen met scheutje azijn.

Er kunnen altijd opstartproblemen zijn die goed en adequaat worden opgelost. Maar drinkt de baby op dag 5 post partum nog niet zelfstandig zonder hulpmiddelen aan de borst, en is er nog geen stijgende lijn te zien in het gewicht van de baby, overweeg dan in overleg met verloskundige, om een IBCLC te raadplegen. Uiteindelijk beslist een moeder zelf of ze een IBCLC wil raadplegen. Stel het voor, maar laat moeder de keuze maken. Helaas worden er ook adviezen gegeven over de kosten en de vergoeding van de zorgverzekering. Doe dit niet! Iedere verzekering heeft weer andere voorwaarden, en de moeder is teleurgesteld als achteraf bleek dat ze het consult wel/niet vergoed had gekregen! Laat ouders zelf contact opnemen met hun zorgverzekering. Dan kunnen ze zelf beslissen of ze een consult willen. Hoe langer je wacht met professionele hulp, des te groter wordt het probleem. Of moeders zijn door alle goed bedoelde adviezen van de omgeving (die niet eens een borstvoeding observeren maar toch advies geven) hun zelfvertrouwen in de borstvoeding kwijtgeraakt. Als je als lactatiekundige, na weken tobben, alsnog als laatste strohalm wordt ingeschakeld, is het moeilijk om weer een goed borstvoedingsmanagement te creëren.  Dit is zo ontzettend jammer, want uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel voor ogen: als ik maar een gelukkige moeder zie.