Hoogste punt
Je longen kunnen het in deze week flink te verduren krijgen. De baarmoeder bereikt rond zwangerschapsweek vijfendertig namelijk het hoogste punt. Het kan natuurlijk zijn dat jouw kindje al is ingedaald. Doordat de baarmoeder zo hoog zit, komen je longen in de verdrukking. Hierdoor kun je het erg benauwd krijgen. Even de trap oplopen kan je al ademnood bezorgen. De inhoud van jouw longen kan wel met 25% afnemen in vergelijking met hiervoor. Je kunt het ook benauwd krijgen wanneer je op je rug ligt, de baby kan dan op slagaders drukken wat die benauwdheid veroorzaakt. Na het indalen van het kindje zul je een duidelijk verschil voelen met ademhalen.
De baby neemt veel ruimte in, hij of zij is in week 35 van de zwangerschap ongeveer 44 cm en 2500 gram. Het vruchtwater en de placenta hebben ook veel ruimte nodig. Denk niet dat je een enorm kind in je buik hebt zitten, al lijkt dat zo. Zonder vruchtwater en placenta houd je minder dan de helft van je enorme buik over.
Naast groeien is de baby heel druk met het ontwikkelen van de hersens. Dit proces gaat door tot ver na zijn of haar geboorte.
Nog even binnenkijken
In de 35ste of 36ste week is het mogelijk dat je een liggingsecho krijgt. Soms kan de verloskundige of gynaecoloog niet goed voelen hoe het kindje precies ligt. Er wordt dan besloten om nog een echo te maken. Op het moment van de echo zullen ze alle tijd voor je nemen en alles van je kindje laten zien. Dat is dus erg leuk, helemaal als je geen pretecho hebt laten maken. Op deze manier kun je toch nog een keertje kijken hoe jouw kindje in jouw buik leeft.
Mocht je over de 40 weken heen gaan, dan zal er tijdens de controles nog wel eens een echo worden gemaakt. Maar aangezien je daarvoor echt naar het ziekenhuis moet, zul je weinig van deze echo ‘s meekrijgen. Meestal controleert de gynaecoloog dan even snel de hoeveelheid vruchtwater en placenta. Dus mocht je een liggingsecho hebben, dan zal dat de laatste keer zijn dat je zo uitgebreid binnen kunt kijken.
Urine
Het is druk bij jou binnen, het kindje is al aardig gegroeid en wil maar blijven bewegen. Hierdoor kan de druk op de blaas groot worden en zul je nog meer moeten plassen. Soms wordt de druk te groot, waardoor je urine verliest. Een inlegkruisje doet wonderen en mocht het toch wat meer urine zijn dan heb je daar ook speciale verbanden voor.
Je schrikt als je vocht lekt, want is het urine of is het vruchtwater? Let goed op de kleur en geur. Vruchtwater is heel helder en heeft een zoetige geur. Het kan ook zijn dat je gewoon wat meer afscheiding krijgt in de laatste zwangerschapsweken, dat is dan wit en kan zurig ruiken. Blijf je twijfelen en ben je ongerust, neem dan het zekere voor het onzekere en bel even de verloskundige of de gynaecoloog.
De Baby
Je darmen werken nu ook en bevatten een groen-en-zwartachtige pek dat meconium wordt genoemd. Meconium ontstaat uit het vruchtwater dat je opdrinkt. In dit vruchtwater zitten huidcellen van jouw donshaartjes. Jij geeft er zelf een groene kleur aan doordat je eigen slijm en gal er mee vermengd worden. Het is niet de bedoeling dat je al gaat poepen. Als dit wel het geval is (en het vruchtwater is verkleurd) dan mag mama niet meer thuis bevallen, maar in het ziekenhuis, waar je jouw conditie beter in de gaten kunnen houden.
Je hersentjes zijn nog niet af. Deze ontwikkelen zich nog tot ver na je geboorte. Voor de rest hoef je alleen nog maar te groeien. De komende weken komen er dan ook nog heel wat grammen (zo’n 800 tot 1000 gemiddeld) bij je bij.
Voor de partner
Voor de partner: Door nu te vrijen kunnen voorweeën en harde buiken worden opgewekt. De kans dat mama minder zin heeft is dus wel aanwezig. Als jij daarna lekker ligt te slapen, kan zij er nog de hele nacht last van hebben. Houd er dus rekening mee dat je vanaf nu tot zo’n 6 weken na de bevalling minder kunt vrijen. Een schrale troost: Na de geboorte zal je daar de eerste weken meestal ook veel minder of helemaal geen tijd meer voor hebben.