Visuele ontwikkeling
Bij de geboorte zijn de gebieden van de ogen en de hersenen die verantwoordelijk zijn voor het zicht, nog niet volgroeid. Dit verklaart waarom pasgeboren baby’s rood, geel en pastelkleuren nog niet helder kunnen zien. Grove zwart- wit patronen zorgen voor het grootste contrast en worden door baby’s het beste onderscheiden. Het is, behalve wanneer de baby een visuele beperking heeft, echter niet nodig om wit en zwart speelgoed aan te bieden om een goed zicht te stimuleren.
Gezichten zijn voor de baby het meest aantrekkelijk om naar te kijken. Na de geboorte is het gezicht van de moeder het meest stimulerende beeld. De pasgeboren baby onderzoekt de pupil, welke qua vorm lijkt op de tepel. Ze kunnen voorwerpen zien die zich op een afstand van 20 – 25 centimeter van hun gezicht bevinden. Dit blijkt tevens de afstand te zijn waarop de moeder de baby vasthoudt wanneer ze hem voedt of knuffelt. De aandacht gaat eerder naar voorwerpen die zich links of rechts van de baby bevinden, dan naar voorwerpen recht voor of boven ze. Een mobiel die direct boven de baby is geplaatst zal dan ook op minder aandacht krijgen dan eentje aan de zijkant.
De kanalen die informatie van het oog naar de occipitale kwab achter in de hersenen doorgeven, ontwikkelen zich in een rap tempo. Wanneer een leeftijd van twee maanden is bereikt, kunnen beide ogen zich tegelijkertijd focussen en een bewegend voorwerp volgen, mits het zich niet te ver weg bevindt. Kleuren worden steeds meer onderscheiden, meestal te beginnen met rood en geel en daarna groen en blauw. Met drie maanden kan de baby een bewegend voorwerp volledig van links naar rechts volgen. In deze fase zijn baby’s het meest gefascineerd door bewegende lichtjes, mits ze niet te fel zijn.
Met zes maanden kunnen baby´s pastelkleuren onderscheiden en kleine voorwerpen zien die zich op afstand bevinden. Ze beginnen nu ook diepte te zien (3-dimensionaal zicht) en zullen een voorwerp omdraaien om het vanuit een ander perspectief te bekijken. Baby’s die televisiekijken zien 2-dimensionale beelden en zijn niet in staat om de precieze grootte, positie en vorm van een voorwerp te bepalen.
Met acht maanden is het vermogen om kleuren te onderscheiden volledig ontwikkeld en de baby begint veel nauwkeuriger te zien. In deze fase zijn simpele puzzels, bouwblokken en stapelspeelgoed goed om de handen en de ogen samen te laten werken. Oog-handcoördinatie is echter het resultaat van vele maanden hard leren gedurende het eerste jaar.
Activiteiten die de oogspieren versterken en ze stimuleren om als een team te werken zijn cruciaal voor de ontwikkeling van een goede oog-handcoördinatie. Het vermogen om te lezen en te schrijven hangt af van de samenwerking van de ogen en van het vermogen om lijnen, vormen en posities te onderscheiden. Er gaan ongeveer vier tot vijf jaar voorbij voordat het zicht zich volledig heeft ontwikkeld, daarom is constante visuele stimulatie zo belangrijk.